Het openbaar onderwijs verwijst naar scholen, in hoofdzaak lagere en secundaire, die door de overheid worden ingericht en die volledig of ten dele door die overheid worden gefinancierd.
Het openbaar onderwijs is een onderwijsvorm in Nederland die door de overheid wordt opgericht en onderhouden, zonder een bepaalde godsdienstige of anderszins levensbeschouwelijke richting als grondslag. Van ouders wordt verwacht dat zij de openbare visie en uitgangspunten van deze overheidsscholen onderschrijven. Volgens artikel 23 van de Grondwet moeten in elke gemeente genoeg openbare basisscholen zijn. Als dit niet zo is, moet de overheid ervoor zorgen dat kinderen op een andere manier openbaar onderwijs krijgen.
De woorden "openbaar onderwijs" zeggen het eigenlijk al: onderwijs, open voor iedereen. Alle kinderen zijn welkom, ongeacht hun geloof, cultuur, land van herkomst of fysieke mogelijkheden. Juist deze verschillen tussen kinderen vormen de leidraad voor het openbare onderwijs. Al vroeg leren de kinderen respect te hebben voor de onderlinge verschillen en achtergronden, maar ook om overeenkomsten tussen elkaar te herkennen.
Door dagelijks met elkaar om te gaan, door samen te spelen en werken en zo van elkaar te leren. De leerkracht begeleidt de kinderen om te leren omgaan met deze verschillen. Binnen het openbare onderwijs is iedereen gelijkwaardig aan elkaar en openheid is een belangrijke voorwaarde. Dit geldt voor de kinderen, de leerkrachten, de ouders en alle andere betrokkenen.
